Door Maurice Schippers

Het is zaterdag 22 november en er staat wederom een KNSB-wedstrijd op de planning. Ditmaal mogen wij, Groninger-Combinatie 2, aantreden tegen Caissa-Eenhoorn uit Hoorn. Onze grootmeester in spe, Milan Mostertman, moest helaas invallen in het eerste team. Bovendien had ons enige vrouwelijk lid in het team door een ongeluk op het voetbalveld een hersenschudding opgelopen. Hierdoor werd onze opstelling ietwat door elkaar geschud. Gelukkig kon Captain Clemens een nieuwe opstelling uit zijn mouw schudden en met een nieuw aanvalsplan zouden wij de twee matchpunten binnen slepen. Een waterdichte tactiek zo zou je kunnen zeggen. Helaas bleek de middag anders uit te pakken dan wij aanvankelijk gewild hadden. Na twee knappe slachtingen in de eerste rondes, mocht David de dans leiden op bord 1. Met een TPR van 3092 in zijn achterzak en de zwarte stukken in zijn rechterhand vreesde ik geen moment: David zou dit punt binnen slepen. Hij speelde tegen Daan Zult, een sterke speler met een rating van 2283. Zult liet in de openingsfase zien dat hij naar Groningen gekomen was met één doel: de tegenstander te verpletteren. Dit uitte zich doordat hij op zet 15 geen pion meer op de tweede rij had staan en maar liefst vijf pionnen op de vierde rij. Waar ik de bui van een langzame dood zag hangen, bewees David een koele kikker te zijn die zelfs in het nauw juiste sprongen maakt. Handig manoeuvreerde hij zijn stukken tot hij een betere stelling had. Het moment om het mes van de plank te halen en deze tegen Zults keel te zetten, deed zich aan in de 34e zet. David kon met 34…Dd2 een stuk winnen en het eerste punt zo in de wacht slepen. Door tijdnood werd dit echter gemist en belandden de twee in een eindspel waarbij David een paard, loper en toren had en Zult een toren met het loperpaar. Aangezien wit naast het loperpaar een vrije b-pion onderhield, leek het moment voor David nabij om de handdoek in de ring te gooien. Na een ietwat rommelige fase ontstond er de volgende stelling:

 

 

 

 

Als wit hier 53. Lg7+ speelt, is het uit. (53. Lg7+ Kg5, 54. Td7!! En de pion op d5 is ondekbaar terwijl er tegelijkertijd mat dreigt) Gelukkig voor ons zag Zult dit over het hoofd en werd er niet veel later tot remise besloten. Daan Zult – David Slagter: ½ – ½

Ik zat zelf met de witte stukken op het tweede bord. Na een remise in de eerste ronde en een nederlaag in de tweede vond ik dat het hoog tijd was voor een vol punt. Helaas was mijn tegenstander, Arne Moll, het niet met mij eens en hij handelde daar adequaat naar. Na een Siciliaan gespeeld te hebben waarbij ik mijn witveldige loper naar g2 ontwikkeld had, dacht ik het onder controle te hebben: ik had zwart een lelijke structuur bezorgd (a7, c6, e6, f7, g7 en h7), terwijl bij mij mijn pionnetjes keurig naast elkaar stonden te wachten. Een positioneel voordeeltje dacht ik bij mezelf. Helaas weerhield dit positionele nadeeltje zwart er niet van zich te ontwikkelen en het initiatief over te nemen. De witte stukken stonden onhandig en werkten nauwelijks samen. Zwart voerde de druk rustig op terwijl ik met alle hens aan dek probeerde mijn stelling bij elkaar te houden. Toen zwart op zet 18…e4 speelde, kwam de Moll uit de mouw en zag ik weer licht aan het einde van de donkere tunnel waar ik mij de afgelopen uren in begeven had. Ik zag mezelf genoodzaakt af te wikkelen naar een eindspel waarin ik een paard en toren had en hij een toren, loper met een pluspion had. Schippers kon nu koers zetten naar Remise-eiland alwaar hij zijn anker uitwierp en stand hield. Maurice Schippers – Arne Moll: ½ – ½

Op bord 3 werd een heus agrarisch duel uitgevochten. Alef Boer trad aan tegen Henk-Jan Visser. Hoewel Boer in de voorgaande rondes twee volle punten geoogst had, had Visser slechts een halfje aan de haak geslagen. De voortekenen waren dus gunstig voor Boer. Visser opende en gooide een lijntje uit met zijn

+e-pion: 1. e4. Boer reageerde zoals het een boer betaamt: het paard wordt van stal gehaald en moet de ploeg trekken: 1…Pf6. Na een slordigheid in de opening van Visser, verkreeg Boer het loperpaar. Het was daarom zonde dat hij besloot om de zwartveldige lopers te ruilen. Visser had nu wellicht de bovenhand in dit duel om de sectoren. Nadat de torens van het bord gingen, leek het voor zwart nog remise te houden. Helaas maakte Boer een fout waardoor wit zijn hengel binnen kon halen en Boer achter het net viste. Henk-Jan Visser – Alef Boer: 1-0

Op bord 4 speelde Captain Clemens tegen Peter Doggers. Na een Grünfeld kwam CC goed te staan en op zet 14 had hij al een vrijpion op d6 kunnen vestigen. Nadat echter voor een loperzet werd gekozen, kon zwart het evenwicht in de partij herstellen. Nadat de dames geruild werden, leek het voor de hand liggend dat beide partijen snel tot remise zouden komen. Gelukkig voor de Groninger Combinatie besloot Peter om een blunder te begaan en zo roemloos op de Doggersbank te stranden. Captain Clemens wees mij er nadien nog op dat zwart door had kunnen spelen met een kleine kwaliteit minder. Doggers was echter zo teleurgesteld door zijn fout, dat hij besloot het gevecht te staken. Adrian Clemens – Peter Doggers: 1-0

Op bord 5 was het Gert Jan Rauw met zwart tegen FM Martijn Monteban. Gert Jan speelde zoals we van hem gewend zijn: rustig, solide en zonder grove fouten. Een Engelse opening kwam op het bord waarbij er niet veel aan de hand leek voor Gert Jan. Het was daarom zonde dat hij besloot tot 15…Tfd8 waarna de ban gebroken was. De volgende stelling ontstond:


XABCDEFGHY
8r+-tr-+k+(
7zpp+-zppvlp’
6-+nzpl+p+&
5wq-+-+-+-%
4-+P+-+-+$
3+PsN-+-zP-#
2PvL-wQPzPLzP”
1+-tRR+-mK-!
xabcdefghy


Wit heeft nu de sterke zet: 16.Lxc6! Nu volgt min of meer geforceerd: 16…bxc6 17. Pd5! Dxd2 18. Pxe7+, Kf8. 19. Lxg7+, Kxe7. 20 Txd2. Zwart staat een pion achter en wit speelde de stelling vervolgens kundig uit. Martijn Monteban – Gert Jan Rauw: 1-0

Op bord 6 mocht Amir Nicolai met de witte stukken spelen tegen de enige vrouwelijke speelster in deze wedstrijd: Arlette van Weersel. Het leek een typische Amir-partij te worden: een d4-opening waarbij de pionnen op de damevleugel vastgeschoven werden en het spel enkel nog op de koningsvleugel gemaakt kon worden. Meestal manoeuvreert Amir zijn stukken handig naar de juiste velden, maar deze partij wou het niet vlotten. Zijn paarden zaten in de knoop, zijn witveldige loper was zwak en zwart kon langzaam haar positie verbeteren. Toch stond Amir na 45 zetten nog steeds beter! Door de eerdere uitslagen moest hij winnen. Doordat de klok hardnekkig bleef doortikken, bezweek hij uiteindelijk onder de druk. Opnieuw een nederlaag die niet gehoeven had. Amir Nicolai – Arlette van Weersel: 0-1

Op bord 7 speelde Otto Rubingh met zwart tegen Gilbert Vrancken. Vrancken speelde tegen het Frans de doorschuifvariant. Dit werd niet nauwkeurig gespeeld. Na 8 zetten had Otto al op f2 met schaak kunnen slaan om een groot voordeel te halen. Dit werd echter niet gespeeld en wit verkreeg de betere stelling. Desalniettemin kreeg Otto gedurende het middenspel de overhand en stond hij zelfs een stuk voor. Zwart besloot echter om deze terug te geven. Vervolgens ontstond een remise-eindspel wat door een reeks onnauwkeurige zetten jammerlijk verloren ging. Een onterechte nederlaag voor ons. Gilbert Vrancken – Otto Rubingh: 1-0

Op bord 8 speelde Christofoor Baljon met wit tegen Jerrel Thakoerdien. In een Italiaanse opening stuurde Christofoor zijn damevleugel-pionnen een voor een naar voren. De variant die op het bord kwam is, en deze informatie komt van Christofoor, al bijna 200 jaar oud (Labourdonnais – McDonell, 1834). Er ontstond een scherpe stelling, waarbij wit de koningsvleugel van zwart onder vuur nam. Wederom stormden er witte pionnen naar voren, de dame stond angstaanjagend dicht bij de zwarte koning, het paard was onderweg, alles leek goed te gaan voor wit, tot…….Christofoor op zet 16 besloot Td2?? te spelen. Hij kreeg het sterke 17…Te6 om zijn oren waarna de volgende stelling ontstond:



XABCDEFGHY
8r+-wq-+k+(
7+p+-+p+p’
6pvlp+rzp-wQ&
5+-+pzp-+P%
4PzP-+Psnl+$
3sNLzPP+N+-#
2-+-tR-zPP+”
1+-+-mK-+R!
xabcdefghy


Het paard was van wit zou graag via h4 naar f5 willen springen, maar Ph4 wordt beantwoord met f5! waardoor de witte dame verloren gaat. De engine adviseert hier 18.Kf1, maar dan blijft de situatie hopeloos. Wit probeerde, tegen beter weten in, Ph4, waarmee hij zijn aanvalsbataljon in eigen voet schoot. Hij inderdaad f5 gespeeld zag worden. Een aantal zetten later verloste Christofoor zichzelf door zijn meerdere te erkennen. Christofoor Baljon – Jerrel Thakoerdien: 0-1

Rudolf Potze zat op bord 9 met de zwarte stukken. Hij was na twee zetten al ‘out of book’: 1. e4, c5 2. Pa3?! Rudolf besloot om normaal te ontwikkelen en kreeg een prima stelling. Desalniettemin had wit, Jeroen Edeling, ruimtevoordeel en kon hij een koningsaanval op zetten. Rudolf brak vervolgens slim door op de damevleugel en hij kreeg wat meer spel. Zijn toren kwam op de tweede rij binnen en het mat hing als het Zwaard van Damocles boven het hoofd van Edeling. Hij kon de truc die Rudolf in de stelling bracht niet verijdelen en dus eindigde het na 29…Txe5!



XABCDEFGHY
8-+-+-+k+(
7+-wq-+-vlp’
6p+-+psnp+&
5+-zPrsN-+-%
4-+pvL-zPPwQ$
3+-zP-+-+R#
2Ptr-+-+-zP”
1+-+-tR-+K!
xabcdefghy



Op bord 10 trad invaller Bert Westerkamp met wit aan tegen Ron Deen. Na een opening zonder al te veel fantasie ontstond dan ook een gelijke stelling. Zwart snoepte nog wel een pionnetje op a2 maar het bleek niet genoeg voor de winst. Wit kon dankzij de actieve dames eeuwig schaak houden. Een prima halfje. Bert Westerkamp – Ron Deen: ½ – ½

 

Concluderend mogen we stellen dat deze middag ongelukkig voor ons verlopen is. Sommige partijen hadden anders mogen/moeten uitpakken. Maar ja, het is en blijft schaken. Soms zit het mee en soms zit het tegen. De derde ronde van de KNSB-competitie zat ons over de hele linie tegen. Op naar de vierde ronde waar we blijven knokken voor lijfsbehoud.

Groninger Combinatie 2         2130 - Caissa-Eenhoorn         2208 3½ - 6½

1.  David Slagter              2163 - Daan Zult               2290 ½  - ½

2.  Maurice Schippers          2254 - Arne Moll               2224 ½  - ½

3.  Alef Boer                  2142 - Henk-Jan Visser         2238 0  - 1

4.  FM Adrian Clemens          2156 - Peter Doggers           2227 1  - 0

5.  Gert Jan Rauw              2169 - FM Martijn Monteban     2248 0  - 1

6.  Amir Nicolai               2097 - WIM Arlette van Weersel 2145 0  - 1

7.  FM Otto Rubingh            2140 - Gilbert Vrancken        2230 0  - 1

8.  Christofoor Baljon         2112 - Jerrel Thakoerdien      2198 0  - 1

9.  Rudolf Potze               2114 - Jeroen Edeling          2172 1  - 0

10. Bert Westerkamp            1950 - Ron Deen                2110 ½  - ½