Terwijl we Henk Ossenjuk nog een weekje respijt geven om dat andere einspelprobleem te kraken hier alweer de volgende voor de echte specialisten. Het is er eentje van de door Peter Bodewes veelgeprezen N. Grigoriëf. Kale stellingen, maar als je mocht denken dat het daardoor makkelijk is dan vergis je je deerlijk.
Wit aan zet wint. Laat maar zien hoe!
Het zal wel iets heel subtiels zijn dus ik gok 1.Kh2
Daar zit ik ook naar te kijken. Alle varianten kan ik niet uitrekenen, maar het gaat er volgens mij om dat de e-pion niet genomen kan worden omdat dan de zwarte h-pion valt en wits h-pion gaat promoveren. De kunst is dus om zwart de h-pion te laten nemen om het moment dat de witte koning op f4 staat, waardoor zwart 2 extra zetten nodig heeft om met de h-pion op te kunnen stomen en dan is de witte e-pion al een heel eind op weg en is sneller gepromoveerd dan de zwarte h-pion. Ik ben er nog niet achter hoe je die situatie kan bereiken.
Ik adviseer jullie om zitting te nemen in het klasje van Peter Bodewes als hij weer eens pionneneindspelen behandelt met begrippen als oppositie pakken en materiaalwinst in tempowinst omzetten.
Natuurlijk heb ik daarnaar gekeken. De materieelwinst van zwart zet ik om in tempowinst voor wit en zwart kan vanuit de beginstelling altijd de oppositie pakken. Hoewel mijn zicht wel te beperkt zal zijn, dat wil ik onmiddellijk erkennen.
Na 1. Kg2, Ke4 2. Kf2, Kf4 bereikt zwart oppositie. Het moet dus anders. Wit moet zich realiseren dat hij zijn materieel voordeel niet kan handhaven. Gaat hij e2 proberen te verdedigen dan valt h4.